• Home
  • Nieuws
  • Bescherm jezelf optimaal tegen elektrische vlamboog (arc flash)

Bescherm jezelf optimaal tegen elektrische vlamboog (Arc Flash)

Geplaatst op 25.06.2025.

Vlamboog (gemaakt met AI)

Geüpdatet op 25.06.2025.

Werken aan elektrische installaties is niet zonder risico’s. Eén van de gevaarlijkste is de elektrische vlamboog, ook bekend als Arc Flash. Deze plotselinge ontlading van energie kan in een fractie van een seconde leiden tot ernstige, soms dodelijke verwondingen.

Wat zijn de gevaren en hoe bescherm je jezelf optimaal? Je leest het in dit blogartikel.

 

Wat is een vlamboog en waarom is het zo gevaarlijk?

Een vlamboog is een elektrische ontlading via de lucht tussen geleidende delen. Dit gebeurt vaak door een menselijke fout, zoals het laten vallen van een gereedschap tussen onder spanning staande delen van een installatie.

De stroom die vrijkomt bij een vlamboog zorgt voor een explosie van een grote hoeveelheid warmte-energie. De gevolgen kunnen enorm zijn:

  • Explosie van hitte-energie, tot wel 20.000°C
  • Dodelijke of ernstige brandwonden

Naast hitte-explosie zijn er ook nog andere risico’s zoals:

  • Vrijkomen van giftige koper- en staaldampen (door het smelten van de elektrische installatie)
  • Zware rookvorming met mogelijke longschade tot gevolg
  • Geluidsgolven tot meer dan 140 dB
  • Drukgolven met rondvliegende splinters van geleiders
  • Ultraviolet/ infrarood licht
  • Andere thermische gevaren ten gevolge van hitteontwikkeling

 

Specifiek voor al deze gevaren stelt Vandeputte je een gerichte productselectie voor, met alles wat je moet weten om jezelf optimaal te beschermen.

Werkman werkende aan een elekrische installatie met vlamboog kleding van Tranemo

 

Hoe wordt het risico op vlamboog berekend?

Vlambooggevaar wordt uitgedrukt als “invallende” energie in cal/cm² en geeft de straling weer die de huid van een werknemer treft als er zich een vlamboog voordoet. Het betreft hier vooral stralingsenergie.

Vanaf een minimum van 1,2 cal/cm², gedurende één seconde, is er risico op tweedegraadsbrandwonden. Hoe meer calorieën, hoe hoger de invallende energie en dus hoe hoger de bescherming moet zijn!

De bepaling van het aantal cal/cm² wordt echter beïnvloed en bemoeilijkt door verschillende (variabele) factoren:

  • Stroomsterkte en spanning (voltages): hoog- of laagspanning
  • Duurtijd van de vlamboog: afhankelijk van de snelheid waarmee de vermogensschakelaar afslaat (hoe sneller, hoe minder het gevaar)
  • De afstand van de werknemer tot de installatie: hoe verder verwijderd, hoe lager het gevaar (reductie factor 4)
  • Kracht van de kortsluitboog (kA)

Idealiter werkt de medewerker op een afstand van de schakelkast, zodat deze bij het voorvallen van een vlamboog geen tweedegraadsbrandwonden kan oplopen. Werk je binnen de “veilige vlambooggrens”? Dan zijn de nodige PBM’s noodzakelijk.

Illustratie vlambooggevaar - Vandeputte Safety Experts

 

Hoe bescherm je jezelf tegen een vlamboog?

Een goede risicoanalyse en bewustwording helpen je de energieniveaus te verlagen en werkprocedures veiliger te maken.

Wat overblijft noemen we het ‘restrisico’. Daartegen beschermen PBM’s je.

 

De juiste PBM’s bij vlambooggevaar

Om de juiste beschermende kleding en andere PBM’s te kiezen, dient tijdens een risicoanalyse de potentiële invallende energie gemeten te worden die kan worden veroorzaakt door een vlamboog, en waaraan een werknemer kan worden blootgesteld.

De verdeling van de thermische risico’s over het menselijk lichaam worden als volgt verdeeld (op basis van een ongevallenstatistiek):

Illustratie verdeling thermische risico's op lichaam - Vlamboog - Vandeputte Safety Experts

Verdeling van verwondingen bij vlamboogincidenten:

  • + 60% aan onderarmen en handen
  • 50% aan hoofd
  • < 10% aan romp en benen

Handen en hoofd worden dus vaak onvoldoende beschermd!

 

  1. Vlamboogbestendige kleding

Hoe bepaal je de vlamboogbestendigheid van kleding? Het wetgevend kader hieromtrent wordt beschreven in de internationale standaard IEC 61482-2. Hieruit ontstonden 2 testmethodes. Beide methodes mogen - onafhankelijk van elkaar - gekozen worden door de fabrikant van het kledingstuk.

 

  1. Box-test

Hierbij wordt het doek blootgesteld aan een vlamboog met een kracht van 4kA of 7kA, waarbij de warmtedoorslag niet mag leiden tot tweedegraadsbrandwonden. Daarna wordt de test herhaald op een kledingstuk. Dit kledingstuk dient functioneel te blijven na blootstelling (naden mogen niet openbarsten, accessoires zoals ritsen moeten functioneel blijven). Als beide resultaten positief zijn, kan het kledingstuk gemarkeerd worden met een klasse 1 (4kA) of klasse 2 (7kA).

 

  1. Open Arc-test

Bij deze test wordt de vlamboogbestendigheid uitgedrukt in de ATPV waarde (Arc Thermal Performance Value). Deze waarde is de maximale thermische invallende energie (cal/cm²) waarbij een materiaal de drager beschermt tegen tweedegraadsbrandwonden.

Het voordeel van deze methode is dat er op basis van deze ATPV waarde, gerichter een bijpassend PBM kan gekozen worden. Vaak wordt de Open Arc-test dan ook gezien als de “best practice” methode om een selectie te maken van het juiste persoonlijk beschermingsmiddel.

 

Lagenprincipe

Bij de keuze van de beschermkleding is het belangrijk te weten wat de thermische bescherming is van het totale kledingconcept dat wordt gedragen.

Elk kledingstuk apart (onderkleding / tussenkleding / regenkleding) heeft een bepaalde ATPV waarde. De waarden van de verschillende lagen kunnen opgeteld worden, maar in de praktijk zal de beschermingswaarde hoger liggen dan de optelsom van de individuele ATPV resultaten. Dit omdat de luchtlagen die zich tussen de verschillende kledinglagen bevinden, een extra thermische bescherming geven. Deze lagencombinatie kan, wanneer men dit wenst, uitgetest worden door onafhankelijke testbureaus.

Belangrijk: Ter bescherming tegen extreme hitte worden kledingstukken aan de voorzijde vaak dubbellaags uitgevoerd. De extra stofmassa biedt meer bescherming tegen hoge incidentenergie. Let op: de CE-testresultaten (Box-test of ATPV) moeten afzonderlijk vermeld worden voor enkel- en dubbellaagse delen.

 

Bekijk onze vlamboogbestendige kleding

Werkman werkende aan een elekrische installatie met vlamboog kleding van Tranemo

 

B. Vlamboogbestendige handbescherming

Er bestaat op dit moment geen geharmoniseerde norm, noch testmethode voor handschoenen die bescherming bieden tegen de thermische risico’s van een vlamboog. (niet te verwarren met het risico op elektrocutie - Norm EN 60903). Vaak wordt door fabrikanten gebruik gemaakt van ATPV-tests zoals bij kleding.

Je kunt kiezen uit:

  • Handschoenen die beschermen tegen vlamboog én elektrocutie (bv. composiet)
  • Handschoenen die enkel beschermen tegen vlamboog (mits andere isolatie aanwezig is)

Opgepast! Gebruik nooit latex handschoenen tijdens werkzaamheden met een risico op vlamboog. Latex zal door de thermische impact/hoge temperatuur smelten en ernstige brandwonden veroorzaken. Ook de naden van lederen overhandschoenen kunnen openbreken!

Bekijk onze vlamboogbestendige handbescherming

 

  1. Vlamboogbestendige hoofd- en gelaatsbescherming

Vermits het vlamboogrisico vaak grote schade aanricht aan het hoofd is het ook hier belangrijk de correcte persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Meestal is een combinatie van een helm met scherm, gehoorkap en nekbescherming aangewezen.

Drie grote groepen kunnen onderscheiden worden:

  • Zonder helm, met beschermkap: voor schakelwerk zonder risico op vallende voorwerpen of onder spanning staande bovenleidingen
  • Met helm: elektrisch én thermisch isolerend, beschermt ook tegen vallende voorwerpen (optioneel met nekbescherming)
  • Met helm en beschermkap: volledige bescherming van hoofd en gezicht bij hogere risico’s

 

Het grote voordeel van een volledige beschermkap is dat deze het volledige hoofd beschermt tegen de risico’s van de elektrische vlamboog, zoals rondvliegend metaal , hete stoffen en/of dampen. Ze zijn gekeurd volgens de norm EN50365 en zijn isolerend bij werkzaamheden tot 1000 V.

De gelaatsschermen zijn gekeurd volgens de algemene norm EN166. Deze worden extra getest volgens het protocol GS-ET-29 met betrekking tot bescherming tegen de thermische risico’s van een vlamboog. Hierbij wordt ook een ATPV waarde meegegeven in cal/cm². Getinte schermen worden aangewezen voor extra bescherming tegen de felle lichtimpact en UV-straling die gepaard gaan met een vlamboog.

 

Bekijk onze vlamboogbestendige gelaatsbescherming

Bekijk onze vlamboogbestendige hoofdbescherming

Vlamboog oogbescherming van MSA

 

D. Vlamboogbestendige voetbescherming

Net zoals bij handbescherming bestaat er geen aparte norm voor voetbescherming bij  vlambooggevaar, omdat de risico’s op deze zone klein zijn.

Waar er een combinatie is met elektrocutiegevaar moeten steeds isolerende overschoenen of laarzen gedragen worden.

Bekijk onze vlamboogbestendige voetbescherming

 

Wat is het verschil met andere risico’s?

Sommige risico’s lijken op mekaar, maar toch zijn ze anders… Zo zijn vlamboog, elektrocutie en statische risico’s niet hetzelfde en vragen ze elk om een andere aanpak en PBM-keuze.

Risico Gevaar Oplossing
Statische risico’s Vonkoverslag: explosie (vooral in ATEX-zones) of schade aan elektronica Antistatische PBM’s (schoenen, kleding, handschoenen) die lading afvoeren
Elektrocutie Elektrische schok bij contact met onder spanning staande geleiders Isolatie via PBM’s (handschoenen en schoenen) en isolerende matten en gereedschap
Vlamboog Thermische explosie (hitte-explosie): brandwonden, drukgolf, giftige dampen, rondvliegend metaal Bescherming tegen hitte en straling door vlamboogbestendige kleding, gelaatsschermen en PBM’s

 

Twijfel je over de juiste bescherming? Laat je adviseren door onze experts, we helpen je graag verder.

Neem contact met ons op

 

Wil je meer veiligheidsnieuws ontvangen en je kennis over veiligheid verrijken? Schrijf je dan in op onze maandelijkse SafetyMatters!

Schrijf je in op onze maandelijkse SafetyMatters