• Home
  • Nieuws
  • Onafhankelijke adembescherming kiezen: een startersgids

Onafhankelijke adembescherming kiezen: een startersgids

besloten ruimte met MSA PremAire persluchtapparaat

Giftige dampen, gevaarlijke gassen of stofdeeltjes in de lucht kunnen levensbedreigend zijn. Denk aan gevaarlijke toxische stoffen in besloten ruimtes.

Wat doe je wanneer afhankelijke adembescherming niet meer voldoende is? In dit geval moet je overschakelen naar onafhankelijke adembescherming. Zo krijg je steeds verse lucht binnen die vers en onafhankelijk is van de efficiëntie van filters.

In deze startersgids leer je wat onafhankelijke adembescherming is, wanneer je het moet gebruiken en welke productkeuzes je hebt.

Dit gaan we behandelen:

  • Wat is onafhankelijke adembescherming?
  • Wanneer onafhankelijke adembescherming gebruiken?
  • Kernbegrippen: grenswaarde, NPF, overdruk en onderdruk
  • Werken op persluchtnet
  • Werken met een persluchtapparaat

 

Wat is onafhankelijke adembescherming?

In veel werkomstandigheden is afhankelijke adembescherming die de lucht filtert, voldoende. Maar soms is onafhankelijke adembescherming noodzakelijk. Hierbij komt de lucht uit een persluchtbron.

Wanneer bescherming met enkel filters niet voldoende is, je kans op zuurstofgebrek hebt of de concentratie van de gevaarlijke stof te hoog is.

Ook wanneer je mensen langdurig adembescherming nodig hebben of als een situatie snel uit de hand loopt, is onafhankelijke adembescherming een must.

Je kan een onderscheid maken tussen autonome onafhankelijke adembescherming en niet-autonome:

  • Autonoom: De gebruiker heeft zelf zijn perslucht bij via flessen of karren. Dit zijn meestal persluchttoestellen.
  • Niet autonoom: De ademlucht komt via een persluchtnetwerk terecht in je volgelaatsmasker of luchtkap.

 

Wanneer onafhankelijke adembescherming gebruiken?

Als je niet meer kan voldoen aan de voorwaarden voor afhankelijke adembescherming met filters, moet je onafhankelijke adembescherming gebruiken:

  • De zuurstof in de omgeving is lager dan 19%: filters kunnen zelf geen zuurstof genereren.
  • De concentratie in de omgeving is hoger dan 0,5% voor klasse 2 filters: een klasse 2 filter filtert tot een maximale concentratie van 0,5 Vol% (ofwel 5000 ppm) voor gassen of dampen. 5000 ppm is de bovengrens, zelfs al geeft de formule grenswaarde x NPF of TPF een hogere waarde dan 5000.
  • De concentratie in de omgeving is hoger dan 0,1 Vol% (1000 ppm) voor klasse 1 filters: een klasse 1 filter filter tot een maximale concentratie van 0,1 Vol% (ofwel 1000 ppm) voor gassen of dampen. 1000 ppm is de bovengrens, zelfs al geeft de formule grenswaarde x NPF of TPF een hogere waarde dan 1000.
  • De reukgrens is hoger dan de grenswaarde: De enige manier om te weten of een gasfilter verzadigd is, is de gevaarlijke stof te ruiken of te proeven. Als de reukgrens gelijk of boven de grenswaarde ligt, betekent dat de gevaarlijke stof al een concentratie heeft bereikt die schadelijk is voor je gezondheid.
  • Besloten ruimte: de omstandigheden in een besloten ruimte zijn erg onstabiel en niet voorspelbaar. Het zuurstofgehalte- en concentratie kunnen ook snel veranderen.
  • Wanneer er anomale substanties in de lucht hangen: dit zijn stoffen die onvoldoende kunnen opgevangen worden door de actieve kool in filters.
  • Wanneer je voor een lange tijd moet werken met adembescherming
  • Wanneer je langdurig moet werken met organische gassen en dampen met een kookpunt lager dan 65°C.
  • Ongekende substanties of mengsels: je moet de stof kennen waarmee je in aanraking komt. Mengsels kunnen andere eigenschappen hebben dan hun afzonderlijke componenten. De juiste filterkeuze maken is hier té moeilijk.

 

Kernbegrippen: grenswaarde, NPF, overdruk en onderdruk

Vooraleer je overgaat naar productkeuze, zijn er nog aantal kernbegrippen die essentieel zijn in het bepalen van je adembescherming. We leggen ze kort uit.

 

Grenswaarde

De grenswaarde is de maximale aanvaardbare concentratie (MAC waarde) van een stof of gas op de werkplek.

De grenswaarde druk je uit in mg/m³ of ppm (parts per million)

Dit wil zeggen dat je een ganse carrière, 8 uur per dag, 40 uur per week in deze concentratie mag werken zonder dat dit gevolgen heeft voor je gezondheid. Als je onder de grenswaarde blijft, moet je dus geen adembescherming dragen.

Voor een aantal stoffen bepaalt Europa de grenswaarde, maar in de meeste gevallen stelt elk land een aparte lijst op.

Een Duitse richtlijn zegt dat je alleen met onafhankelijke adembescherming magwerken wanneer een stof een lage grenswaarde (10 ppm) heeft.

Zeker bij hoge concentraties is de kans op contaminatie nog groter.

 

NPF

NPF is de Nominale Protectie Factor. Deze factor geeft aan welke graad van bescherming een gelaatsmasker of luchtkap heeft (op basis van labotesten).

Zo wordt de NPF berekend:

Concentratie van de verontreiniging in de lucht op de werkplek / concentratie van de verontreiniging in het ademhalingsbeschermingsmiddel (inclusief filter).

Rekenvoorbeeld:

Stel de concentratie op de werkplek is 150 ppm. De grenswaarde is 10 ppm.

150 ppm / 10 ppm = 15

Je adembeschermingsmiddel moet minimaal een NPF van 15 hebben.

Als je de grenswaarde vermenigvuldigt met de NPF van het product, ken je de maximale concentratie waaronder je veilig kan werken.

Als je de concentratie op de werkplek kent, kan je ook deze concentratie delen door de grenswaarde om de minimaal vereiste NPF te kennen.

Hoe hoger de NPF, hoe beter je bescherming:

pbm npf
Stof- en halfgelaatsmasker met P1 filter 4
Stof- en halfgelaatsmasker met P2 filter 10
Volgelaatsmasker met P2 filter 16

Stof- en halfmasker P3

Halfgelaatsmasker met gasfilter

Sommige luchtkappen

50
Sommige luchtkappen afhankelijk van de afsluiting 200 tot 500
Volgelaatsmasker met P3 filter 1000
Volgelaatsmasker op perslucht of met aanblaasunit 2000
Volgelaatsmasker met longenautomaat op perslucht Meer dan 2000

 

TPF

Veel landen werken met een Toegekende Protectie Factor in plaats van de NPF. Net omdat iedere situatie en werkplek anders is. Labotesten geven geen juist beeld in de praktijk en het aantal testpersonen is erg klein.

De TPF is dus anders dan de NPF, maar verschilt per lidstaat. Ze is samengesteld door verschillende werkgroepen.  Daarom is het belangrijk dat je de nationale wetgeving raadpleegt. De Europese norm EN 529 is een goede richtlijn. 

Let dus of er factoren zijn die de protectiefactor goed of slecht beïnvloeden.

 

Overdruk

Je krijgt overdruk wanneer de druk in het masker of luchtkap hoger is dan de atmosferische druk (luchtdruk). Het fenomeen overdruk is belangrijk bij onafhankelijke adembescherming omdat er zo nooit verontreinigde lucht via lekken kan binnendringen.

Een longenautomaat zorgt ervoor dat er in het volgelaatsmasker altijd overdruk is. Bovendien ben je steeds zeker van voldoende zuurstof.

 

Onderdruk

Onderdruk is het tegenovergestelde van overdruk. De druk in je gelaatsmasker is hier lager dan de luchtdruk.

Alle producten met filters hebben onderdruk. Motoraangedreven adembescherming met volgelaatsmaskers of luchtkappen hebben overdruk tot op een bepaald niveau. Bij lekkage of zware inspanningen, is het gevaar op onderdruk nog steeds hoog.

 

Werken op een persluchtnetwerk

Bij adembescherming op een persluchtnetwerk komt de lucht vanuit het netwerk via een slang in de luchtkap of het gelaatsmasker (met of zonder longenautomaat).

Tussen het persluchtnetwerk en de luchtkap of gelaatsmasker zit een filtersysteem die stof,-oliedeeltjes en/of slechte geuren elimineert. Meerdere personen kunnen werken op één filter via meerdere koppelingen. Zorg er dan zeker voor dat je debiet voldoende hoog is.

Bij sommige merken kan je een koeler of verwarmer aansluiten die perslucht verwarmt of verkoelt en de hoeveelheid ademlucht regelt.

Werk je met zeer toxische stoffen (lage grenswaarde) of kans op zuurstofgebrek (besloten ruimten) kies je voor een overdruk longenautomaat met volgelaatsmasker. De longenautomaat bevestig je op je volgelaatsmasker.

Voor minder gevaarlijke toepassingen is een systeem zonder longenautomaat voldoende.

Luchtkappen hebben dan weer het voordeel dat je ze kan dragen met een baard en dat ze vaak verschillende pbm’s combineren: slijpkappen, laskappen, chemische bestendige kappen,...

Dit schema laat zien hoe je een volgelaatsmasker met longenautomaat op perslucht samenstelt.

 

Dit schema laat zien hoe je een luchtkap op perslucht samenstelt.

Sommige luchtkappen moet je samenstellen met een aparte luchtregelaar en een extra slang om aan de kap te bevestigen (bijvoorbeeld 3M S of M serie).

 

Werken met een persluchtapparaat

Bij dit systeem neem je ademlucht mee in flessen op je rug. Je werkt autonoom en onafhankelijk, maar de luchtvoorraad is wel beperkt.

Persluchtapparaten gebruik je steeds in combinatie met een overdruk longenautomaat en volgelaatsmasker. Het zijn de meest veilige toestellen om in omgevingen te werken met risico op zuurstoftekort. Ze zijn ideaal inzetbaar tijdens interventies.

Je stelt ze samen met een aantal onderdelen:

  • Persluchtapparaat
  • Persluchtflessen
  • Longenautomaat
  • Volgelaatsmasker

Sommige persluchtapparaten zijn geschikt voor korte interventies, anderen zijn dan weer beter voor langere. Bekijk steeds de specificaties want niet elk fabrikant levert dezelfde onderdelen.

Een persluchtfles bestaat uit metaal of composiet. Composiet is lichter en comfortabeler, maar is duurder dan metaal.

Zoals we eerder schreven, zorgt een longenautomaat steeds voor overdruk en is het onmisbaar bij gevaarlijke interventies (bijvoorbeeld besloten ruimtes)

Bij de keuze van je volgelaatsmasker kijk je vooral naar het gebruiksgemak en onderhoud. Kan je de hoofdbanden verstellen, is het gezichtsveld breed genoeg of dampt het vizier niet aan? Kan je het volledige masker volledig laten onderhouden of slechts een paar onderdelen?

Ten slotte is training van erg groot belang. Laat je medewerkers voldoende trainen met deze producten. Ze zijn niet eenvoudig, maar redden wel levens!